Dracht

Paarden kunnen vanaf een leeftijd van ongeveer 10 maanden geslachtsrijp zijn. Om ongewenste dracht te voorkomen is het dus verstandig merries en hengsten vroeg apart te huisvesten. De meeste jonge merries die bestemd zijn voor de fokkerij worden op driejarige leeftijd gedekt. Sommige laten hun merries al op twee jarige leeftijd dekken, de meningen hierover zijn verdeeld. De beste tijd om een merrie te laten dekken is ongeveer een maand na het tijdstip waarop de merrie het beste kan bevallen van haar veulen. In Nederland kunnen veulens bijvoorbeeld goed rond de maand mei geboren worden. Het weer is dan waarschijnlijk goed genoeg om merrie en veulen in de weide te kunnen laten lopen.

Meestal paren paarden in de lente omdat dan de dagen beginnen te lengen, wat hun hormonenwerking stimuleert. Als een merrie of een hengst tot paren bereid is, verspreiden de flanken en het gebied rond de staart bepaalde geuren. Een hengst kan van op grote afstand een drachtige merrie ruiken.

De hengst maakt haar vervolgens het hof door zijn staart op te tillen, zijn nek sierlijk te buigen en haar te besnuffelen. Hij volgt haar en blijft hinnikend en briesend om haar heen draaien.

Een drachtige merrie draagt haar veulen 11 maanden. Het veulen wordt dus meestal geboren in de lente van het volgende jaar. Als een veulen te vroeg wordt geboren, kan het veel last ondervinden van het slechte weer. In de lente is er bovendien genoeg gras om de merrie te voeden die daardoor voldoende melk kan produceren.

Na ongeveer twee en een halve week na de bevruchting wordt de merrie niet meer hengstig.

Er zijn verschillende methoden om een zwangerschap bij een paard te testen:

  1. echografie
  2. inwendig onderzoek
  3. urinetest
  4. bloedtest


Vaak begint de merrie pas in de laatste weken van de dracht rusteloos te worden. Ze gaat dan vaak liggen om vervolgens weer op te staan. Tijdens de laatste weken moet de merrie veel rust hebben en uit de buurt gehouden worden van paarden die haar proberen te intimideren. Licht werk is toegestaan tot de zevende maand.

Tijdens de laatste fasen van de dracht weegt het veulen tussen de 30 en 60 kg en is het 75 tot 145 cm lang. Vlak voor de geboorte draait de foetus zich in de geboortepositie.

De meeste geboorten verlopen snel en probleemloos. Toch is het raadzaam professionele hulp achter de hand te houden voor het geval er zich complicaties voordoen.

Sommige merries vertonen geen tekenen dat ze gaan veulenen, maar in de meeste gevallen begint de uier twee weken voor de geboorte groter te worden. Ongeveer vijf dagen voor het veulenen vullen de tepels zich en ongeveer drie dagen voor de geboorte vormt zich een wasachtig laagje rond te tepels. Als er melk uit de uiers begint te druppelen, betekent dit dat het veulen binnen de komende 24 uren geboren zal worden. Ook een melkonderzoek kan het tijdstip voorspellen.

Een merrie die met andere paarden in de wei staat, verlaat de groep om een rustig plekje op te zoeken. Een merrie die op stal staat, rolt zich op haar rug, begint te zweten en naar haar buik te kijken. De geboorte verloop vaak vrij snel. Doorgaans heeft de merrie hierbij geen hulp nodig.

Na elf maanden is het zover: het veulen wordt geboren. Tekenen dat de geboorte nadert zijn het slap worden van de bekkenbanden en het vollopen van de uier. Vaak ook komen er doppen op de uier, wat ’kegelen’ wordt genoemd.

De voorbereiding
Voorafgaand aan de geboorte is het belangrijk om te kiezen of de geboorte thuis plaatsvindt of in een kraamkliniek. Als je ervoor kiest om de merrie thuis te laten bevallen, is een aantal dingen van belang:

Ten eerste moet er kort voor de geboorte gecontroleerd worden of de (vulva van de) merrie dichtgezet is. Dit is om te voorkomen dat deze bacteriën aanzuigt wat baarmoederontsteking kan veroorzaken. Als de merrie gaat veulenen moet dit dichtgezette deel weer opengeknipt worden.

Verder is het verstandig om de spullen op onderstaande lijst bij de hand te hebben bij de bevalling: 

  • Voldoende licht: het grootste deel van de geboortes vindt ’s avonds en ’s nachts plaats. Het is prettig om te kunnen zien waar je mee bezig bent. 
  • Een halster voor de merrie: sommige merries zijn kort na de geboorte ‘niet zo aardig’ en dan kan het moeilijk zijn om ze nog een halster om te krijgen. 
  • Warm water en een aantal handdoeken 
  • Een zweetdeken voor de merrie 
  • Een frisdrankfles, halfvol met water om aan de nageboorte te hangen als die er niet vanzelf af komt. 
  • Het telefoonnummer van de dierenarts, voor als er iets niet goed gaat of als je iets niet vertrouwt. 
  • Jodium tinctuur om op de navel te doen als de navelstreng is gebroken. 
  • Een babyflesje voor als het veulen niet snel genoeg zelf gaat drinken.

Je kunt het beste waarnemen dat het veulen op komst is aan de uier van de merrie. De uier wordt vol en gaat glanzen door de spanning. Later zal er iets van de biest naar buiten lopen via de openingen van de spenen. Dit wordt ‘kegelen’ of ‘harsen’ genoemd. Bij de meeste merries begint de bevalling dan binnen 24 uur maar sommige merries beginnen al enkele dagen voor de bevalling met kegelen. Maar het kan ook voorkomen dat de merrie niets van bovenstaande vertoont en plotseling gaat bevallen van haar veulen. Het is daardoor niet goed te voorspellen wanneer de merrie gaat bevallen. Daarnaast bevalt de merrie het liefst zonder mensen in haar buurt. Voor dit probleem zijn diverse geboortebewakingssystemen ontwikkeld. Je kunt deze kopen of huren. Bij deze systemen gaat een alarm af wanneer de merrie begint met de bevalling. Maar wanneer er gegarandeerd iemand (tijdig) bij de bevalling aanwezig moet of wil zijn, is continu (stil) waken noodzakelijk. Dit is wel een hele opgave. Je kunt ook een camera systeem gebruiken. Het nadeel daarvan is weer dat er genoeg licht moet zijn om de merrie goed in beeld te kunnen houden. Op deze manier kun je in je bed waken over de merrie. Belangrijk is het geluid duidelijk hoorbaar aan te houden en om de zoveel tijd een wekker af laten gaan.

De geboorte van een veulen bestaat uit drie fasen.

  1. De ontsluitingsfase
  2. De uitdrijvingsfase
  3. De uitdrijving van de nageboorte

De Geboorte

Normaal gesproken wordt het veulen geboren met de voorbenen eerst, het ene been iets voor het andere. Het hoofd ligt op de voorbenen. Mocht dit niet zo zijn dan ligt het hoofd teruggeslagen en is het zaak dit bij te halen. Als alles er goed uit ziet is het veelal een kwestie van afwachten. De meeste geboortes duren 15 tot 30 minuten. Als het hoofd buiten is kun je de pootjesblaas alvast kapot maken en de neus van het veulen vrij maken zodat het dier niet kan stikken in het vruchtwater.

Als in plaats van de witte pootjesblaas een rode waterblaas als eerste zichtbaar is, is het zaak om snel in te grijpen. In dat geval heeft de placenta te vroeg losgelaten en krijgt het veulen geen zuurstof meer. Dan moet de blaas zo snel mogelijk gebroken worden om het veulen geboren te laten worden.

Mocht de bevalling niet snel genoeg verlopen, dan kun je een beetje helpen. Controleer eerst of het veulen in de goede positie ligt. Trek vervolgens zachtjes aan de voorbenen van het veulen op de momenten dat de merrie perst. Trek wel in de richting van de sprong van de merrie! Als de schouders van het veulen eenmaal geboren zijn volgt de rest meestal vanzelf. 

De navelstreng breekt vanzelf (op de juiste plek) als de merrie of het veulen gaat bewegen. Het kan soms wel 10 minuten duren voor dit gebeurt. Dit kan geen kwaad. Het is alleen maar goed, want zo kan er nog wat bloed vanuit de placenta naar het veulen vloeien.

Als de merrie na de geboorte weer gaat staan is het het beste om de nageboorte op te binden, zodat ze er niet per ongeluk op gaat staan. Het gewicht helpt het afkomen van de nageboorte. Normaal gesproken komt de nageboorte er binnen twee uur af. Als de nageboorte eraf is, controleer dan of deze compleet is. Mocht dit niet het geval zijn dan kan dit leiden tot infectie van de baarmoeder. Als de nageboorte er niet binnen twee uur af is geeft de dierenarts meestal een injectie om de merrie te helpen. Mocht dit geen effect hebben dan zal de dierenarts na ca zes uur de nageboorte met de hand moeten ‘pellen’.

Vrij snel na de geboorte zal het veulen pogingen gaan doen om te staan, meestal lukt dit na een tot twee uur. Het is belangrijk dat het veulen binnen een paar uur na de geboorte de biestmelk van de merrie binnenkrijgt. Deze biest bevat antistoffen die het veulen beschermen tegen ziekten. Mocht het veulen na drie tot vier uur niet zelf drinken dan is het verstandig om het de biest met de fles te geven. Als dit ook niet lukt kan de dierenarts de biest met een neussonde toedienen. Het wordt aangeraden om het veulen de dag na de bevalling nog een veulenspuit te geven. Een veulenspuit bevat antibiotica die het veulen moeten behoeden voor tetanus en andere infecties die na de geboorte kunnen optreden.

Verder is nog van belang om in de gaten te houden of de darmpek wel goed afkomt. Dit is de eerste mest van het veulen. Deze is kleverig, hard en zwart. Normaal moet dit er binnen 24 uur af zijn, maar soms lukt dat niet en dan staat het veulen te persen zonder dat er iets komt. Na verloop van tijd wordt zo’n veulen ‘koliekerig’ en gaat op de rug in de stal liggen rollen. Vaak helpt dan het toedienen van een klysma. Mocht dat niet helpen dan is het verstandig een dierenarts te waarschuwen.

Als de geboorte goed is verlopen en het weer mooi is, is het prachtig om moeder en veulen de eerste dag even 10 minuten in de wei te doen.