Sport

Sporten waarin paarden gebruikt worden zijn onder meer

  • Carrousel: Een carrouselgroep bestaat uit 12 of 16 ruiters die samen verbluffende figuren uitvoeren, door op allerlei manieren door elkaar heen te gaan
  • Dressuur: Paarden moeten allerlei gymnastische oefeningen laten zien, waaruit de harmonie tussen ruiter en paard blijkt. Hierbij lijkt het alsof alles vanzelf gebeurt, de bewegingen zijn vlot en soepel. Maar in het echt moet de ruiter enorm veel moeite doen om het paard de juiste bewegingen te laten doen. Benen moeten juist liggen, houding correct, handen in de juiste positie en de zit moet mee bewegen.
  • Endurance: Lange afstandsritten
  • Eventing: Meerdaagse proef ontstaan uit het leger, daarom vroeger "military" genoemd. Ook wel Cross-Country genoemd.
  • Gangenwedstrijden: Gangenpaarden (paarden die meer gangen hebben dan de drie basisgangen, stap draf en galop) worden soms op gangenwedstrijden uitgebracht. Ze moeten hier hun drie basisgangen en de andere gangen (tölt, telgang, walk) zo mooi mogelijk lopen. Voor elk ras bestaan eigen wedstrijden.
  • Hogeschool dressuur: Acrobatiek voor paarden met oefeningen zoals capriool, levade, piaffe.
  • Horseball: Een balsport die wordt gespeeld op de rug van paarden
  • Mennen: Recreatief rijden met een koets heet 'mennen'. Er worden regelmatig shows van authentiek gerij gehouden, waarbij het erom gaat geheel 'in stijl' aangekleed een elegante combinatie van paard, tuig, koets, koetsier en inzittenden te presenteren.
  • Mensport: De internationaal beoefende topsport met aangespannen paarden heet 'mensport'. Onderdelen zijn: dressuur, marathonrit met hindernissen en behendigheidswedstrijd.
  • Paardenrennen: Draverijen, vlakkebaanraces en steeplechases.
  • Polo: Teamsport waarbij twee partijen betrokken zijn. De ene ploeg moet proberen een balletje in het doel van de tegenpartij te slaan.
  • Polocrosse: Een combinatie van polo en lacrosse. Het is een balsport met teams van zes personen, waarvan er steeds drie op het veld zijn. De bal moet via een stok met een netje eraan in het doel van de tegenpartij gespeeld worden.
  • Ringsteken: Een sport waarbij het de bedoeling is om te paard met een lans door een opgehangen ring te steken.
  • Springen: Wedstrijd met hindernissen waar de paarden moeten over springen (bijvoorbeeld in een concours hippique). Dit is de een tak in de paardensport die in zekere zin ingaat tegen de natuur van een paard; in de vrije wildbaan zal een paard altijd om een obstakel heen lopen in plaats van er over te springen.
  • Tentpegging: Een ruitersport met een unieke combinatie daarvan vormt de beoefening van de vaardigheden met sabel, lans en revolver in het zadel.In vliegende galop werden met de lans houten tentharingen ('tentpegs') uit de grond gewipt en meegevoerd.
  • TREC: Tradition Randonee Equestaire de Competition; dit het een afgeleide van de test voor het Franse ruiterbewijs in competitievorm. Een wedstrijd bestaat uit drie onderdelen: de POR; een oriëntatierit, de MA; de beheersing van de gangen (men moet 150 meter afleggen in een zo traag mogelijke galop en terug in een zo snel mogelijke stap) en de PTV; een hindernissenparcours opgebouwd uit hindernissen welke men tijdens een trektocht zou kunnen tegenkomen. Een wedstrijd kan één of twee dagen beslaan.
  • Voltige: Turnen te paard; het paard stapt, draaft of galoppeert terwijl mensen atletische oefeningen doen op zijn rug. Iets dergelijks wordt als onderdeel van de show ook gedaan in het circus.
  • Western rijden: Verschillende disciplines zoals; reining, trail, halter, showmanship, pleasure en hunter under saddle.

Paarden worden daarnaast soms gebruikt door jagers, bijvoorbeeld tijdens de vossenjacht in Groot-Brittannië. Ook zijn er hengstenshows, premiekeuringen voor de fokkerij en minder bekende sporten zoals rodeo en gymkhana. Buiten deze sporten rijden veel mensen paard puur voor het plezier op maneges of bijvoorbeeld op ruiterpaden in buitengebieden. Dit laatste wordt recreatief rijden genoemd.